Over Inca bessen

Inca bessen

Inca bessen zijn al eeuwenlang heel populair onder de lokale indianenstammen uit het Andesgebergte. Ze gebruiken deze superfood als een belangrijke voedselbron en voor bepaalde rituelen. Pas sinds de laatste decennia beginnen Inca bessen steeds populairder te worden in Europa en Amerika.

Zuid-Afrika zou zomaar een ander oorspronkelijk land kunnen zijn van de inca bes. Dit is niet geheel duidelijk te maken door plantdeskundigen. Naar grote waarschijnlijkheid is de best geïmporteerd door Britse kolonisten en scheepvaarders. De incabes wordt daar al gegeten en gebruikt sinds 1807. In Zuid-Afrika staat de bes ook wel bekend als de Cape Gooseberry, naar de havenstad Kaapstad.

Aztec berry, Golden berry, Gooseberry, Physalis Peruviana etc.

Inca bessen staan wereldwijd bekend onder een groot aantal andere namen. De Latijnse naam is ‘Physalis peruviana’. Andere namen zijn bijvoorbeeld Aztec berry, Peruvian (ground) cherry, Chinese gooseberry, Indian gooseberry, ribes gooseberry, cape gooseberry, giant ground berry, golden berry, aguaymanto, uchuva, uvilla, pok pok, poha, rashbari en ras. De naam is natuurlijk afhankelijk van de streek waarin de bes van nature voorkomt. Dit varieert van vele gebieden Zuid-Amerika, waar deze bes haar oorsprong heeft in landen zoals bijvoorbeeld Columbia, Peru, Ecuador en Chile, maar tegenwoordig wordt de bes ook met name in Zuid-Afrika, Engeland en Turkije gekweekt.

Oorsprong Inca bessen

Zoals vermeld komt de bes dus oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en met name uit Peru, Columbia en Ecuador, al komt de bes ook sporadisch voor in nabij gelegen buurlanden. Hier groeit de bes in het wild en wordt deze op alle lokale markten verkocht. Deze bes is al eeuwen lang een traditioneel voedselproduct voor de lokale bevolking en het is pas in de laatste decennia echt een stevige trend geworden om deze heerlijke bes ook buiten deze gebieden te exporteren en te kweken. De plant is dus van oorsprong een tropische plant, maar wordt tegenwoordig ook in mildere en minder extreme klimaten gekweekt, al zijn deze wel merendeel subtropisch. In Engeland bestaan ook grote kwekerijen die deze tropische klimaat omstandigheden nabootsen en op deze manier ook in staat zijn om de Inca bes te laten groeien. Natuurlijk is het een duidelijk gegeven dat natuurlijke omstandigheden een gezondere en vitalere bes opleveren als eindproduct. Het is niet geheel duidelijk of Zuid-Afrika ook één van de oorspronkelijke groeiplaatsen is van deze bes, maar vermoedelijk is de bes ook daar geïmporteerd door de eerste kolonisten die de wereld over voeren in hun boten. De Inca bes, die in Zuid-Afrika wel bekend staat als ‘Cape gooseberry’, wordt daar al geconsumeerd sinds het jaar 1807. Ook is niet geheel duidelijk of de bes van hieruit naar Engeland is geïmporteerd of dat dit andersom het geval was, maar vermoedelijk is het eerste het geval. Ook in andere Afrikaanse landen begint de Inca bes aan een langzame, maar zekere opmars. In Gabon zijn de eerste kwekerijen opgezet in samenwerking met Zuid-Afrikaanse bedrijven. Ook Centraal-Afrika lijkt voor de bijl te gaan en er staan meer Afrikaanse landen op het punt om dit voorbeeld te volgen. Na de introductie en kweek in Zuid-Afrika en Engeland, hebben de Engelse kolonisten waarschijnlijk deze bes ook meegenomen op hun verre reizen naar Australië en Nieuw-Zeeland, want ook daar wordt de bes tegenwoordig in redelijk grote hoeveelheden gekweekt en groeit haar populariteit over de laatste jaren aanzienlijk. Ook de eilanden in de Grote Oceaan behoren tot de plaatsen waar de Inca of gouden bes wordt gekweekt, evenals in India, Turkije, Egypte, Jamaica en de Bahama’s, waar deze bes onderhand ook tot de lokale lekkernijen begint te behoren. Zelfs China behoort in deze dagen tot de gebieden waar deze bes te verkrijgen is en het lijkt erop alsof de opmars van de Inca bes eigenlijk niet meer te stuiten is en langzaam maar zeker de gehele wereld aan het veroveren aan haar voeten ligt.